Vraagstelling
Verdeelmogelijkheden voor overwaarde
Deze vraag is gesteld op 29-06-2020Voor de aankoop van ons eerste huis hebben wij een schenking van mijn ouders gekregen. Daarop is een uitsluitingsclausule van toepassing waardoor het geld bij onverhoopt uit elkaar gaan niet bij mijn vriend terecht komt. Dit laten we ook opnemen in ons samenlevingscontract dat wij gaan opstellen. Nu zijn wij bezig met de vraag hoe wij omgaan met de overwaarde of onder water staan. Voor de hypotheek gaan wij allebei evenveel geld inleggen, en van mijn kant wordt er dus een grote geldsom extra ingelegd (omstreeks 20% van de aankoopwaarde van het huis). Wij zien zelf twee opties: 1: ik leg de geldsom nu in, en als wij uit elkaar gaan, haal ik dat bedrag er weer uit. De opbrengst of verliezen splitsen wij in twee gelijke delen. 2: de overwaarde (of verlies) verdelen wij in verhouding met de inleg, dus dan komt het erop neer dat het huis voor 60% mijn eigendom is en 40% van mijn vriend. Wat zijn de voor- en nadelen van deze twee opties en zijn er nog andere verdeelmogelijkheden?
Ga terug naar het overzicht2 gegeven antwoorden
Eerst is het van belang een vermogensverdeling te maken. Een schenking onder uitsluitingsclausule behoort tot het privévermogen. De eigen woning en de hypotheekschuld is gemeenschappelijk vermogen (ons eerste huis). U (mevrouw) investeert privévermogen (schenking onder uitsluitingsclausule) in gemeenschappelijk vermogen. Hierdoor krijt u een zogenoemd vergoedingsrecht in het gemeenschappelijk vermogen. Samenwoners verdelen volgens de zogenoemde nominaliteitsleer. Dat wil zeggen: U hebt altijd recht op de nominale vordering. Dit is € 100.000,-. Waardemutaties blijven hierbuiten. Ik weet, u gaat samenwonen, echter eerst als voorbeeld en tweede alternatief: Gehuwden/geregistreerd partners hebben voor transacties vanaf 2012 recht op een vergoeding volgens de beleggingsleer en dat houdt in: Dat je meedeelt in de waardemutaties (stijging of daling) van het geïnvesteerde goed naar rato van het geïnvesteerde bedrag. Bijvoorbeeld: De woning wordt € 550.000,- waard (nu € 500.00,- want 20% zo gaf u aan is € 100.000,-). Uitwerking: U hebt dan recht op € 100.000,- / € 500.000,- x € 550.000,- is € 110.000,-. Maar u kunt zelf afspraken maken hoe u hiermee wilt omgaan. Voornoemde is een wettelijk recht, maar daar mag je van afwijken. Leg de afspraken goed vast. En dat doet u in de samenlevingsovereenkomst. Het is altijd raadzaam om privévermogen, investeringen in gemeenschappelijk vermogen of het vermogen van de ander goed te administreren. Dit zorgt voor duidelijkheid bij een eventuele echtscheiding. Denk verder aan het opnemen van een verblijvingsbeding in de samenlevingsovereenkomst. Zodat bij overlijden het eigendom van de overleden partner verblijft bij de achterblijvende partner. Let op: Dat is niet alleen de eigen woning! De notaris kan u hierover ook verder adviseren. Veel plezier en geluk in uw nieuwe woning toegewenst! Hartelijk groet, Pensioenadvies Bureau Gerritsen M.J.S. (Michael) Gerritsen RPA www.pensioenadvies.info | [email protected] | 0316 285115
Goedendag, Dank je wel voor jullie vraag. In beginsel is dit een vraag voor de notaris die jullie begeleidt bij de samenlevingsakte. Ik kan hier als volgt op reageren: de 2 opties zijn inderdaad de 2 meest gebruikte mogelijkheden. Optie 1: Is de nominale variant. Het nominale bedrag blijft gelijk voor nu en de toekomst. Voordeel: Dit geeft voor ieder vooraf alle duidelijkheid. Nadeel: Het nominale bedrag rendeert niet mee in de woningwaarde. Optie 2: Dit is de zgn. "beleggingsleer". De beleggingsleer houdt in dat het bedrag van de investering de waardeontwikkeling van de woning waarin geïnvesteerd is volgt. Bij waardevermeerdering en ook vermindering. De formulering hiervan kan je samen met de notaris bespreken. Voordeel: realistisch bij waardestijging huis. Nadeel: Wat is het gevolg bij waardevermindering huis? Met vriendelijke groet, Paul van Manen | HypotheekVakman | Zeist | 030- 268 0 264