Keuzes voor de dga met pensioen in eigen beheer of verzekerd pensioen!

Vanaf 2017 is het niet meer mogelijk pensioen in eigen beheer op te bouwen. Gelukkig hebt u nog tot 1 april volgend jaar om een beslissing te nemen over uw pensioen. Welke keuzes heeft u? Afkopen van uw pensioen in eigen beheer In dat geval mag u de fiscale waarde van het pensioen opgebouwd t/m 2015 in 2017 met een belastingkorting van 34,5% afkopen. Doet u dit pas in 2018 of 2019 bedraagt de korting nog maar 25% of 19,5%. Daarna vervalt de korting en geldt er tevens een boeterente van 20% bovenop het reguliere belastingtarief, waardoor de heffing kan oplopen tot maximaal 72%! Afkopen lijkt aantrekkelijk maar vervolgens mag u er dan weer belasting over betalen in box 3, tenzij u het potje direct weer terugstort naar uw BV. Is het dan niet aantrekkelijker het gewoon in box 2 onder het kopje pensioen te laten staan? Los nog van de erfrechtelijke gevolgen bij overlijden van de dga. Omzetten in een oudedagsverplichting U mag de fiscale waarde van uw pensioen in eigen beheer ook omzetten in een oudedags-verplichting, waar het fiscaal tegen het U-rendement oprent. Dit is het rendement afgeleid van het rendement op staatsleningen en bedraagt momenteel – 0,16%. Zolang het werkelijke rendement over dit potje meer bedraagt dan het U-rendement, hoeft u zich geen zorgen te maken of u straks voldoende pensioen kunt uitkeren. Uiteraard moet u dan wel daadwerkelijk de middelen hiervoor hebben gereserveerd. Het voordeel van deze constructie is, dat u op een later tijdstip nog kunt beslissen of u het potje afstort naar een lijfrente. Daarbij hebt u de keuze uit een tijdelijke lijfrente met een duur van minimaal 5 jaar en/of een levenslange lijfrente met een duur van minimaal 20 jaar of tot uw overlijden. Ook ineens afkopen is nog mogelijk, maar indien na 2019 geldt de belastingkorting niet meer en betaalt u een boete van 20% (belastingtarief daardoor maximaal 72%!). Als u het niet afstort moet u het potje vanaf AOW-leeftijd gedurende 20 jaar uitkeren. Eerder mag ook maar dan moet u de jaren (maximaal 5 jaar) voorafgaand aan de AOW-leeftijd erbij optellen. Gelet op het lagere belastingtarief vanaf AOW-leeftijd, pakt u op die manier ook uw belastingkorting, terwijl u het potje in de opbouwfase naar keuze in box 2 (als oudedagsverplichting) of in box 1 (lijfrente) kunt laten staan. Handhaven pensioen in eigen beheer op de oude manier In plaats van afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting kunt u uw pensioen in eigen beheer ook laten zoals het is. Wel blijft voor u dan de fiscale oprenting van 4% per jaar en de boeterente in geval van afkoop gelden. Als het werkelijke rendement minder bedraagt, loopt u bovendien het risico (denk daarbij aan een scheiding) dat u meer moet afstorten dan de fiscale waarde en daardoor onvoldoende liquide middelen in kas heeft voor uw eigen pensioen of andere zaken. Tot slot, als u een verzekerd pensioen heeft Als dga staat u er waarschijnlijk niet bij stil dat als u en/of uw partner er niet meer zijn en uw kinderen gelet op hun leeftijd niet meer in aanmerking komen voor wezenpensioen, uw pensioenpot of het restant ervan als sterftewinst aan de verzekeraar vervalt. Voor menig dga is dit een reden het verzekerde pensioen alsnog naar eigen beheer over te boeken. Een eventueel restkapitaal vererft dan bij uw overlijden naar de kinderen. Wel moet u zich realiseren dat dan tevens de pensioenopbouw stopt. Kortom keuzes te over voor de dga. Daarbij spelen naast fiscale afwegingen ook financiële en erfrechtelijke aandachtspunten een rol. Hoe zeiden ze het ook alweer bij de belastingdienst? Leuker kunnen we het niet maken… Maar uiteraard helpen we u graag bij het maken van een keuze.