Dirk-Jan Plate CPC - 4-8-2020
De wet VUT, Prepensioen en Levensloop trad in 2005 in werking. Kortweg de Wet VPL. Dit betekende onder andere dat de pensioenleeftijd van 60 naar 65 jaar werd verhoogd. Deze verslechtering van de arbeidsvoorwaarden kon worden gecompenseerd. Bijvoorbeeld door het in leven roepen van een voorwaardelijk pensioen.
Controleer het Uniforme Pensioenoverzicht (UPO)
Veel grote pensioenfondsen zoals het Pensioenfonds Metaal & Techniek (PMT), Pensioenfonds van de Metalektro (PME), Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBouw), Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW) en het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) hebben deze 'kans' op een extra pensioen toegezegd. Of beter gezegd: de sociale partners. In uw Uniforme Pensioenoverzicht (UPO) ziet u de onvoorwaardelijke (reguliere) pensioenrechten én de (extra) voorwaardelijke pensioenaanspraken terug. Of niet, dan heeft u er waarschijnlijk geen kans op. Het is belangrijk om dat te (laten) controleren. Zeker bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Het (extra) voorwaardelijk pensioen kan bij ontslag vervallen
Een onvoorwaardelijk pensioen dat u ieder jaar opbouwt mag qua financiering niet worden uitgesmeerd over een periode van 15 jaar. Een voorwaardelijk pensioen wel. Totdat het extra pensioen is gefinancierd blijft zij voorwaardelijk en komt het voorwaardelijk pensioen bij ontslag, faillissement of mogelijk bij een bedrijfsovername te vervallen.
Gelukkig zijn de voorwaardelijke pensioenen van de meeste pensioenfondsen per 31-12-2020 gefinancierd. Echter niet bij het ABP. Bij het ABP is het voorwaardelijk pensioen pas na 2023 gefinancierd. Stel u wordt voor die tijd ontslagen en de pensioenregeling loopt via het ABP dan bent u uw extra voorwaardelijke aanspraken kwijt. Of niet?
Oplossingen ter bescherming van het voorwaardelijk pensioen: