Iris Brik FFP CFP - 8-12-2016
Pensioen, het blijft een heikel onderwerp en houdt de gemoederen al geruime tijd bezig.
Voorstanders van het draagkrachtprincipe willen vasthouden aan het collectieve karakter van ons pensioen. Anderen pleiten juist weer voor een individueel pensioen. Wat is wijsheid?
Om straks onbezorgd van uw oude dag te kunnen genieten zijn er verschillende manieren om dit te regelen. Zo kunt u als werknemer deelnemen aan de collectieve pensioenregeling via de werkgever, als ondernemer een pensioen in eigen beheer opbouwen of voor pensioen sparen via een lijfrente of een periodieke uitkering (in het kader van een gouden handdruk). Of zonder fiscale fratsen sparen in box 3 of uw BV (en dividend laten uitkeren).
Via de collectieve regeling van werkgever bouwt u zowel ouderdomspensioen als nabestaandenpensioen op. Vanaf 2015 is dit overigens wel een stuk soberder, omdat u over maximaal een inkomen van € 100.000 nog maar pensioen kunt opbouwen.
Op de pensioendatum heeft u dan de keuze uit een ouderdomspensioen dat bij uw overlijden op uw partner overgaat of een ouderdomspensioen dat bij uw overlijden vervalt. Als uw partner zelf weinig pensioen heeft opgebouwd zult u wellicht voor het eerste kiezen. Heeft deze partner zelf voldoende inkomsten ligt de laatste optie meer voor de hand. Niets mooier toch dan samen genieten van het pensioen waarvoor u uw hele leven hard heeft gewerkt en bovendien stevige premies heeft mogen afdragen aan het pensioenfonds.
In de praktijk maken wij helaas anders mee. Neem meneer A. Hij is nog maar net met pensioen als zijn vrouw overlijdt. Een periode van verdriet breekt aan, maar gelukkig leert hij na verloop van tijd weer iemand anders kennen.
Meneer A. wil dat zijn nieuwe vrouw bij zijn overlijden goed verzorgd achter blijft en het nabestaandenpensioen aan haar toekomt. Als hij zich bij het pensioenfonds meldt krijgt hij echter het deksel op zijn neus. Jammer voor haar, maar zijn nieuwe partner kan geen aanspraak meer maken op het nabestaandenpensioen als hij komt te overlijden. Weg spaarpot, zijn hele leven voor niets gespaard! Hoe bestaat het dat dit nog steeds zo werkt?
De regelgeving omtrent pensioen is in mijn optiek dan ook ouderwets en achterhaald. We worden steeds ouder en hebben tijdens ons leven veelal meerdere partners, dan is het toch raar dat de wet bepaalt dat je na je pensioendatum maar een partner kunt hebben?
Nog gekker is, dat wanneer deze meneer het pensioen in de vorm van een gouden handdruk zou hebben ontvangen hij het nog wel zo had kunnen regelen.
Zo overleed de echtgenote van meneer B. vlak voordat hij met pensioen ging. Van het kapitaal dat hij in verband met ontslag van zijn werkgever had gekregen en op pensioendatum tot uitkering kwam, kocht hij bij een verzekeraar een periodieke uitkering (zonder begunstiging bij overlijden) aan. Niet lang erna ontmoette hij zijn tweede vrouw. Op grond van een goedkeuringsbesluit kan hij de uitkering bij zijn overlijden alsnog aan zijn nieuwe partner doen toekomen. Waarom mag dit bij het ene potje wel en bij het andere niet?
Maar ook als je op de pensioendatum besloten hebt het nabestaandenpensioen uit te ruilen voor een hoger ouderdomspensioen is de regelgeving raar. Ga je door pech vroeg dood heb je nauwelijks nog van je spaarpot kunnen genieten maar vervalt het restant wel doodleuk aan het pensioenfonds. De enige die er in dit geval wijzer van wordt is het pensioenfonds of de verzekeraar!
Bij de andere vormen van pensioen kunt u bij overlijden nog de nodige maatregelen nemen. Zo kunnen de kinderen ingeval van een verzekerde lijfrente of periodieke uitkering tegen een geringe koopsom een contraverzekering afsluiten op het leven van hun ouders. Deze verzekering zorgt ervoor dat een eventueel restant van het pensioenkapitaal na het overlijden van beide ouders aan de kinderen wordt uitgekeerd. Als de kinderen deze koopsom uit hun eigen vermogen financieren betalen ze geen erfbelasting en is deze uitkering bovendien vrij van inkomstenbelasting! Leuker kunnen we het niet maken, een slogan die de belastingdienst op dit punt helemaal waar maakt.
Alleen moet u dan geen pensioen in een collectieve regeling hebben, want dan blijft het pensioenfonds de lachende derde!
Financieel Dagblad mei 2015
geschreven op 8-12-2016