Iris Brik FFP CFP - 13-12-2016
Aad Boom* is dit jaar 65 geworden, maar aan met pensioen gaan denkt hij nog niet. Zijn echtgenote Tine Boom* (60) denkt er net zo over. Aad heeft via verschillende potjes pensioen opgebouwd.
Zo heeft Aad in het verleden lijfrentepolissen afgesloten, lopen bij vorige werkgevers nog enkele pensioentjes en heeft hij zichzelf vanuit zijn eigen BV (huidige werkgever) een pensioen toegezegd, dat via een pensioenpolis is verzekerd. Maar waar doen ze slim aan, ze hebben het inkomen tenslotte nu nog niet nodig. Bij de huidige lage rentestand is het sowieso zonde de potjes aan te spreken. Beter is om de aan te kopen uitkeringen nog even uit te stellen. Maar kan dat ook?
Aangezien het om oud regime lijfrentes gaat kunnen ze deze tot uiterlijk leeftijd 75-80 (Aad) uitstellen. Mochten ze tijdens de uitstelperiode komen te overlijden, komt het lijfrentekapitaal volgens de polis aan hun kinderen toe. Dit is anders als de uitkeringen straks zijn ingegaan. Als Aad weer voor een lijfrentepolis kiest is het slim tevens een contraverzekering op naam van de kinderen af te sluiten. Een eventueel restant in de polis gaat dan naar de kinderen. Met het oog op het langlevenrisico kan het interessant zijn voor een lijfrentepolis te kiezen, de uitkeringen stoppen dan pas bij overlijden. Bij een bancaire variant loop je immers het risico, zeker bij de huidige lage rente, dat de pot eerder leeg is. Bij een bancaire lijfrente valt een eventueel restant automatisch in de nalatenschap en is een contradekking niet nodig.
Hoe zit dat verder met de bij ex-werkgevers opgebouwde pensioenpotjes? Aad kan zijn pensioen tot uiterlijk leeftijd 70 uitstellen. Wanneer Aad en Tine in de uitstelfase tegelijk of kort na elkaar komen te overlijden is het pensioen weg, aangezien de kinderen gelet op hun leeftijden (32 en 36 jaar) niet meer voor wezenpensioen in aanmerking komen. Het pensioenfonds is dan de lachende derde. Voor Aad en Tine reden deze pensioenpotjes zoveel mogelijk naar voren te halen. Hoe meer ze er nu uithalen hoe minder er bij het pensioenfonds achterblijft. Dit zet Tine aan het denken. Ze bouwt pensioen op bij het ABP en kan dit vervroegd opnemen. Ze betaalt dan weliswaar nu meer belasting dan na haar AOW-leeftijd, maar dan heeft ze haar met hard werken gespaarde pensioengeld maar alvast in de knip!
Gelukkig biedt de polis die Aad bij zijn eigen BV heeft afgesloten meer flexibiliteit. Ook in deze situatie komen hun kinderen niet meer in aanmerking voor wezenpensioen. Op de polis is echter een clausule restbegunstiging erfgenamen opgenomen. Bij overlijden van Aad en Tine tijdens de uitstelfase erven de kinderen het pensioenkapitaal. Tijdens de uitkerings-fase kunnen de kinderen door middel van een contraverzekering voorkomen dat het pensioenkapitaal aan de verzekeraar vervalt en komt een eventueel restant hen toe.
Aad en Tine halen opgelucht adem. Morgen vertrekken ze met het vliegtuig naar het zonnige zuiden. Mocht er iets met hen gebeuren, laten ze de kinderen in ieder geval niet met lege handen achter. En van het ingegane pensioen kunnen ze nu vakantie vieren!
*Namen zijn privacyredenen gefingeerd.
Geldgids. december 2015
geschreven op 13-12-2016