Monique Wolvers - 1-4-2020
Mijn eerste bezichtiging zal ik nooit vergeten, deze staat op mijn netvlies gebrand. Het betrof een hoekhuis, met ruime tuin, garage en een carport. Volgens mijn collega mocht hij voor een ‘prikkie’ weg. Alvorens ik bij dit ‘opknappertje’ een bezichtiging mocht houden, werd mij geadviseerd, eerst zèlf een rondje te lopen en even de ‘sfeer te proeven’. Wat ik daar aantrof was pure horror!
Trots had ik een ‘te koop bord’ onder mijn armen geklemd. Eenmaal bij het huis aangekomen, viel het mij op dat de tuin er op zijn zachtst gezegd ‘niet uitzag’. Het onkruid reikte tot kniehoogte, de tegels waren verzakt en groen aangeslagen. Verder trok de afgebroken waterafvoer mijn aandacht. De carport naast de woning was niet meer dan een plastic tunnel vol met bagger en vogelpoep.
Maar dit was mijn eerste huis, dus ik liet me niet uit het veld slaan. Zelfs de ietwat penetrerende urinelucht, was op dat moment nog geen reden tot paniek. Een los contactje onder de bel maakte mij duidelijk dat ik beter op de deur kon kloppen. Woest geblaf viel mij ten deel. Een hond blafte, gromde en sprong tegen de deur aan. De deur ging open en een gigantische hond vloog tegen mij op, ternauwernood hield ik mezelf staande. Snel wist ik het verkoopbord tussen mij en het gevaarte te drukken. De man liet mij binnen en ik verzocht hem vriendelijk om de hond de tuin in te laten. Gelukkig deed hij wat ik vroeg, dit gaf me de tijd om eens goed rond te kijken. De gang was vies, oud tapijt prijkte op de grond, deels was deze verteerd en kon ik zien dat het een betonnen vloer betrof. Met mijn hand reikte ik naar de klink van de wc, maar deze zat op slot. Toen ik naar boven keek zag ik vieze bruine strepen op de muur. De deur naar de woonkamer bevond zich halverwege de gang, ik liep aarzelend de woonkamer binnen. Dit overtrof mijn stoutste dromen. Dozen met rotzooi tot plafondhoogte versperde de weg. Er was een soort paadje gecreëerd met kranten, waar hier en daar uitwerpselen op lagen. De keuken was gevuld met een mega-afwas en de grond was bezaaid met half aangevreten vlees waar de maden uit kropen. Ik was misselijk maar ik liet me niet kennen, ik hield mijn neus dicht en liep door. De tuin was rampzalig, dat kon ik in één oogopslag zien. Ik wilde de tuin niet in, want dan zou dat harige monster mij weer aanvliegen. De eigenaar sloot de keukendeur achter zich bij binnenkomst en zei: ''Zo, dus jij gaat mijn huis verkopen? Tja'', antwoordde ik dunnetjes, ''dat was wel de bedoeling''! Dit antwoord was niet hetgeen wat je van een beetje ‘makelaar met pit’ mag verwachten. Maar ik verkeerde in een totale shock. Mijn zintuigen riepen: ''ga weg, er dreigt gevaar'', maar mijn volharding maakte dat ik bleef. Immers moest ik het ’te koop bord’ nog op het raam plakken. Op de overloop was het drama er niet minder om…de lucht was zó penetrerend was dat ik bijna over mijn nek moest. Ik rende naar de kamer aan de voorzijde alwaar ik het raam opende en een diepe hap lucht nam. Snel heb ik het ’te koop bord’ op het raam geplakt. Ik ben het huis uit gevlucht, terwijl de eigenaar mij nariep of ik de garage nog wilde zien. ''nee'', riep ik tijdens het rennen, ''dat komt bij de eerste bezichtiging wel!''
Bij terugkomst op kantoor zei mijn collega gelijk: ''en?'' hij hield zijn adem in en lachte besmuikt. Ik draaide mijn hoofd om en zei: ''ik dacht werkelijk dat dit soort huizen alleen in tv-programma’s bestonden!'' Mijn collega vertelde me gelijk iets wat ik nog niet wist. De labiele eigenaar had een zwerver in huis genomen en zijn hond.
De bezichtiging
De bezichtigingen in deze woning kregen een geheel eigen karakter. Er was een hittegolf precies in die periode. Het begin van de bezichtiging met de kijker vond daarom plaats onder een boom, in een gemeenteperkje vóór de woning. Daar was de ammoniaklucht iets minder heftig aanwezig. Daar stelde ik mezelf en het huis aan ze voor. Mijn eerste kijker was een gezin met een meisje van 5 jaar oud. Ik heb geweigerd om deze kleine meid in het huis te laten, dat vond ik onverantwoord. Dus heb ik twee keer een rondleiding gedaan achterelkaar. Een keer met de vader en een met de moeder van het meisje. Uiteindelijk hebben deze mensen het huis ook gekocht. Iedereen was blij, de eigenaar, de zwerver, de hond, alle instanties die ermee gemoeid waren (en dit waren er nogal wat) de buren en wij als makelaar.
De taxatie
De taxatie was een snelle ingreep. Ik had handschoenen en een wasknijper meegenomen voor deze taxateur. Hij zei: ''ik kan wel zonder''. Ik liet de taxateur voorop lopen met zijn map losjes onder zijn armen geklemd. Niets vermoedend drukte hij op de bel…''hé, dat contactje zit los''. Dus hij klopte aan…de hond vloog weer bijna door de ruit heen. De deur ging open en de taxateur moest vechten voor zijn leven. Met de map tussen hem en de hond, sloeg hij deze van zich af. We renden naar boven en ik trok hem de eerste de beste kamer in. Achter ons viel de deur met een klap dicht. Hij zei: ''jeetje, dit is wel heel erg zeg!'' ….Dit werd de kortste taxatie ooit...referentiepanden waren nog nooit zo belangrijk als toen!
De notaris
Alvorens we de weg naar de notaris zouden bewandelen, moest eerst de eindinspectie plaatsvinden. Inmiddels was er een schoonmaakbedrijf geweest dus ik maakte me niet meer zo druk. Alles leek ''vlekkeloos'' te verlopen, totdat we de deur wilden afsluiten. De eigenaar riep: ''hé, wacht even'', hij rende naar zijn auto met aanhanger, pakte er een grote schep en een plastic zak uit en liep terug, door de woning naar de achtertuin. Zonder zich iets aan te trekken van onze verbaasde blikken, begon hij te graven. Hij groef, groef en groef….het zweet parelde op zijn voorhoofd en in zijn T-shirt verschenen grote zweetplekken. Ineens leek het alsof er iets in de grond lag, iets hards…het leken wel botten! We konden onze ogen niet geloven…. De verkoper was zijn eigen hond aan het opgraven. De hond was dus overleden. Hij kon wel afscheid nemen van het huis, maar niet van zijn trouwe metgezel. Het kadaver werd dan ook zorgvuldig bij elkaar geraapt en in de zak gedaan. Het gat werd weer gevuld met aarde en toen zei de eigenaar: ''zo, nu ben ik klaar''!
Met open monden hadden we dit schouwspel staan bekijken. We dropen af, met de staart tussen onze benen. Naar de notaris, om er zeker van te zijn dat deze koop gesloten zou worden, mèt of zonder hond!