Iris van Hees - 22-2-2023
Met de ingang van de Wet Toekomst pensioenen zal er veel gaan veranderen op pensioengebied. Vrij onderbelicht maar absoluut niet onbelangrijk is het wezenpensioen. Ook het wezenpensioen zal met ingang van de nieuwe wetgeving op een aantal punten aangepast moeten worden.
Het huidige wezenpensioen
Op basis van de huidige wetgeving kunnen kinderen een wezenpensioen ontvangen als één van beide ouders is overleden. Wanneer beide ouders overlijden, is het mogelijk dat het kind een dubbel wezenpensioen ontvangt. Het wezenpensioen bedraagt maximaal 14% van het maximaal te bereiken ouderdomspensioen of wanneer gekoppeld aan het partnerpensioen 20% van het maximaal te bereiken partnerpensioen. Het partnerpensioen kan op risicobasis of op opbouwbasis verzekerd zijn en is diensttijdafhankelijk. Het wezenpensioen wordt niet levenslang uitgekeerd, maar tot maximaal 30 jaar. In de praktijk zien we vaak dat het wezenpensioen uitgekeerd wordt tot 18 dan wel 21 jaar. Ook zien we vaak dat deze leeftijdsgrens verlengd wordt naar 27 jaar in het geval dat een kind studerende of arbeidsongeschiktheid is. Ook wordt in sommige pensioenregelingen het wezenpensioen beperkt tot een bepaald aantal kinderen.
Het nieuwe wezenpensioen
Met ingang van de Wet Toekomst Pensioenen zal het wezenpensioen verruimd worden. Ook zal de manier waarop de hoogte van het wezenpensioen berekend wordt aangepast worden. Het wezenpensioen zal berekend worden als percentage van het pensioengevend salaris. Met een maximum van 20%. Voor een kind waarvan beide ouders overleden zijn zal het wezenpensioen maximaal 40% van het pensioengevend salaris gaan bedragen. En zal daardoor diensttijdonafhankelijk worden. Verder zullen alle wezenpensioenen voortaan op risicobasis verzekerd zijn.
Verder zal ook de studie-eis komen te vervallen. Wat betekent dat er één eindleeftijd zal komen ongeacht of een kind studeert of niet. Naast het vervallen van de studie-eis zal ook de maximale eindleeftijd verlaagd worden en tevens als vaste eindleeftijd gaan gelden. De eindleeftijd zal aangepast worden naar 25 jaar. En zal als uniforme eindleeftijd gaan gelden.
Conclusie
Het wezenpensioen zal dus na de ingang van de nieuwe wetgeving voor alle pensioenregelingen aangepast moeten worden. Niet alleen de berekeningswijze maar ook de eindleeftijd en de manier van opbouw. Hierbij is het belangrijk dat de werknemers er niet op achteruitgaan maar ook dat de kosten voor de werkgever niet enorm stijgen. Naast de juiste balans tussen de hoogte van het wezenpensioen en de kosten voor de wijziging, is het ook belangrijk om werknemers goed in te lichten over de wijzigingen en de gevolgen daarvan voor hun pensioen.
Wil je graag direct in gesprek over het wezenpensioen? Praat dan met een van onze pensioenadviseurs?
Dit artikel is geschreven door Iris van Hees, pensioenadviseur bij &Gommer Pensions Group.