Generatiepact

Dirk-Jan Plate CPC - 5-8-2020

Een generatiepact is een regeling waarbij de jongere generatie een gedeelte van de arbeidsuren van de oudere generatie overneemt. De werkgever stimuleert oudere werknemers minder te werken door de arbeidsuren die wegvallen slechts gedeeltelijk met het loon te verrekenen. Ook wordt de pensioenopbouw (meestal) volledig voortgezet. 

Het generatiepact lijkt op een vervroegde uittredingsmogelijkheid – zoals de vroegere VUT-regeling – om de periode tussen werk en pensioen gemakkelijker te overbruggen. Tegenwoordig wil de regering echter langer doorwerken stimuleren en beboet zij daarom vervroegd uittreden. Een uitzondering hierop geldt als de oudere werknemer voor minimaal 50% van zijn oorspronkelijke arbeidsduur blijft doorwerken. Daar maakt het generatiepact gebruik van. 

Voorbeeld

Een generatieregeling kan bijvoorbeeld inhouden dat een oudere werknemer op vrijwillige basis besluit om een fulltime dienstverband om te zetten naar een parttime dienstverband van 60% (van 40 naar 24 uur). De werkgever betaalt hem uit op basis van 32 uur (80%) en de pensioenopbouw wordt voor de volle 100% voortgezet. Kortweg is de regeling dan te beschrijven als 60-80-100. Oudere werknemers kiezen graag voor zo’n regeling, netto gaat hun inkomen er  minder dan de bruto verlaging van 20% op achteruit. Sociale partners zijn de senioren graag van dienst; de laatste jaren bevatten veel cao’s afspraken over een generatiepact. 

De gemeente Den haag, een praktijkvoorbeeld  

Oudere werknemers kregen vrijwillig de mogelijkheid een deel van hun arbeidsuren in te leveren:

1. de feitelijke arbeidsduur werd verlaagd naar een parttimepercentage van 60%;
2. beloning op basis van 80%;
3. 100% pensioenopbouw; en
4. een vervroegde pensioeningang.

Door het pensioen gedeeltelijk te laten ingaan kan de lagere bruto beloning (2) worden opgevangen. Sommige Haagse ambtenaren bouwden vervolgens pensioen op over het ingegane pensioen. Dat accepteerde de belastingdienst niet. Echter na overleg tussen de belastingdienst en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) werd deze combinatie in januari 2017 goedgekeurd. Vanaf 60 jaar. Deze leeftijdsgrens werd gekozen omdat het ABP, het pensioenfonds in deze, een minimale pensioenleeftijd van 60 jaar kent.

De leeftijdsgrens is inmiddels verlaagd; 10 jaar voorafgaande aan de in de pensioenregeling vastgestelde ingangsdatum is toegestaan. 

Waar staat het actuele standpunt van de belastingdienst? 

Op 20 april 2020 is V&A 15-011 aangepast. De huidige pensioenrichtleeftijd (68 jaar) is opgenomen en de uiterlijke ingangsdatum is duidelijker aangegeven.

Meer informatie over de voor- en nadelen van een generatiepact vanuit verschillende standpunten bezien klik hier. 

Voor de goede orde: De informatie in deze blog gaat uit van de actuele regelgeving. Tevens is de informatie algemeen en niet toegespitst op uw persoonlijke situatie. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Speelt bij u een soortgelijke kwestie controleer dan de regelgeving van dat moment of laat u bijstaan door een (juridisch) adviseur.